Als God je vervult
Wat had ik toch gedaan? Het had een van de meest bijzondere perioden van mijn leven moeten zijn. Maar in plaats daarvan was het een van de meest eenzame. Ik was aan mijn eerste ‘echte’ baan na mijn opleiding begonnen in een stad op honderden kilometers afstand van de plaats waar ik was opgegroeid. Een grote stap, waar de lol al gauw van af was. Ik woonde ik een piepkleine flat, vrijwel zonder meubilair. Ik kende de stad niet. Ik kende er helemaal niemand. Het was een interessante baan, maar de eenzaamheid was verpletterend.
Van spinnen en de aanwezigheid van God
Spinnen. Er is geen kind dat ze leuk vindt, tenminste ik ken er geen. Zeker niet in hun slaapkamer, als het bedtijd is. Terwijl ze haar pyjama aantrok, zag mijn dochter er één die zich gevaarlijk dicht bij haar bed bevond. ‘Pa-ap! Spin!’ riep ze. Maar hoe ik ook mijn best deed, ik kon de achtpotige insluiper niet vinden. ‘Hij doet je niks’, suste ik haar. Het kon haar niet overtuigen. Pas toen ik zei dat ik bij haar zou blijven om de wacht te houden, wilde ze in haar bed stappen.
De gelegenheden aangrijpen
Net als veel mensen moet ik nog wel eens de nodige moeite doen om genoeg lichaamsbeweging te krijgen. Daarom heb onlangs iets aangeschaft dat me daarbij moet helpen: een stappenteller. Het is maar een eenvoudig ding, maar je staat ervan te kijken hoe motiverend het werkt. In plaats van mopperend van mijn luie plek op de bank op te staan, zie ik het als een mooie gelegenheid om weer wat stappen te zetten. Simpele taakjes, zoals een van de kinderen een glas water brengen, bieden me de kans om dichter naar een hoger doel toe te werken. In die zin heeft mijn stappenteller zowel mijn perspectief als mijn motivatie veranderd. Nu grijp ik elke mogelijke gelegenheid aan om een paar extra stappen te zetten.
Beloofd!
Samen met mijn jongste dochter doe ik wel eens spel dat we ‘knijpertje’ noemen. Als zij de trap op loopt ga ik achter haar aan en probeer haar te knijpen. Als regel geldt dat ik haar alleen (zachtjes uiteraard) mag knijpen zolang ze op de trap is. Als ze boven is, mag er niet meer geknepen worden. Maar soms is ze niet in de stemming, en zegt ze als ze de trap oploopt: ‘Geen knijpertje.’ Dan zeg ik: ‘Geen knijpertje, beloofd.’
Het hart van een dienaar
Het was een lange dag op kantoor geweest. Maar toen ik thuiskwam, was het tijd voor mijn ‘andere’ baan: vader zijn, en het liefst een goede. Na een groet van mijn vrouw en kinderen, was het al snel: ‘Pap, wat gaan we eten?’ ‘Pap, mag ik een glas water van je?’ ‘Pap, gaan we voetballen?’