Ploeteren voor God
De mensen in het Engelse dorp die samen met William Carey (1761-1834) opgroeiden, dachten waarschijnlijk niet dat hij veel zou bereiken, maar tegenwoordig staat hij bekend als de vader van de moderne zending. Geboren als kind van wevers, werd hij een niet al te succesvolle leraar en rondreizende schoenmaker terwijl hij zichzelf Grieks, Hebreeuws en Latijn leerde. Na jaren slaagde hij erin zijn droom te realiseren en als zendeling naar India te gaan. Daar kreeg hij het niet gemakkelijk. Een kind stierf, zijn vrouw leed aan geestelijke gezondheidsproblemen, en jarenlang zag hij geen enkele vrucht onder de mensen voor wie hij werkte.
Vrede vinden
‘Wat vind je van vrede?’, vroeg mijn vriend terwijl we samen aan de lunch zaten. Ik begreep niet precies wat hij met die vraag bedoelde. ‘Hoezo, vrede?’ ‘Nou,’ antwoordde hij, ‘tijdens de dienst zat je voortdurend met je voet te wiebelen, en daardoor vroeg ik me af of iets je dwarszit. Denk je wel aan de vrede die God geeft aan ieder die Hem liefheeft?’
Losknopen van een touw
De missie die onze christelijke organisatie zichzelf gesteld heeft, is om de genezende aard van vergeving te laten zien. Een van de activiteiten die we ontplooien is een stukje dat we spelen, parodie waarin iemand door een ander benadeeld is, en met een touw aan die ander vastzit. Ze zijn met de rug naar elkaar toe aan elkaar vastgebonden. Alleen het slachtoffer kan het touw losknopen. Wat ze ook doet, er zit iemand aan haar rug vast. Als ze de ander niet vergeeft, als ze het touw niet losknoopt, kan ze niet wegkomen.
‘God heeft mijn leven gered’
Toen Aron (niet zijn echte naam) vijftien was, begon hij tot Satan te bidden. ‘Het voelde alsof ik een heuse compagnon had,’ zei hij daarover. Aron begon te liegen, te stelen en zijn familie en vrienden te manipuleren. Ook kreeg hij nachtmerries: ‘Op een ochtend werd ik wakker, en daar zat de duivel aan het voeteneinde van mijn bed. Hij zei dat ik mijn examens zou halen, en daarna zou sterven.’ Aron kwam door zijn examens heen, en bleef in leven. Hij zei: ‘Het werd me duidelijk dat hij een leugenaar is.’
Door het dal
Hae Woo (niet haar echte naam) werd gevangengezet in een Noord-Koreaans werkkamp omdat ze de grens met China overgestoken was. De dagen en nachten waren een marteling, vertelde ze: wrede bewakers, zware arbeid waarvan ze rugpijn kreeg en veel te weinig slaap op een ijskoude vloer vol ratten en luizen. Maar God hielp haar elke dag weer, onder andere ook door haar te laten zien met welke andere gevangenen ze vriendschap kon sluiten om van haar geloof te getuigen.
Verduisterd door de wolken
In november 2016 stond er een uiterst zeldzame ´supermaan´ aan de hemel. De maan bereikte haar hoogste punt boven de aarde in zestig jaar, en leek daardoor groter en helderder dan anders. Helaas was het bewolkt en grijs op de plek waar ik op dat moment was. Ik heb prachtige foto´s gezien die gemaakt zijn door vrienden die ergens anders waren, terwijl ik alleen maar naar boven kon staren en er maar op moest vertrouwen dat er achter de wolken een supermaan stond.
Vreemdelingen welkom heten
Moldavië staat bekend als een van de armste landen van Europa. En toch, toen vrienden van ons daar woonden, ervoeren ze het warme welkom dat ze daar kregen als overweldigend, vooral dat van andere christenen. Op een keer brachten ze wat kleren en voedsel naar een zeer arm echtpaar uit hun kerk, dat toch diverse pleegkinderen verzorgde. Het echtpaar behandelde onze vrienden als geëerde gasten en boden hun zoete thee en van alles te eten aan, hoe hard ze daartegen ook protesteerden. Met watermeloenen en ander fruit dat ze kregen, vertrokken ze weer bij het gezin en verbaasden ze zich over de gastvrijheid die ze ervaren hadden.
Een levend offer
Een oudtante van me had een leuke baan in de reclamewereld en reisde heel wat heen en weer tussen Chicago en New York City. Ze gaf die carrière evenwel op om voor haar ouders te zorgen, die in Minnesota woonden. Haar beide broers waren onder tragische omstandigheden al jong overleden, en zij was het enige nog levende kind van haar ouders. De keus om voor haar ouders te zorgen, was voor haar een uiting van haar liefde en geloof.
Altijd een kind van God
Tijdens een kerkdienst die ik met mijn ouders bijwoonde, hielden we zoals gebruikelijk elkaars handen vast terwijl we samen hardop het Onze Vader baden. Toen ik daar stond met mijn ene hand in die van mijn moeder en de andere in die van mijn vader, werd ik getroffen door de gedachte dat ik altijd hun dochter zal blijven. Tegenwoordig heb ik al geruime tijd de ‘middelbare leeftijd’ bereikt, maar ik wordt nog steeds wel ‘het kind van Leo en Phyllis’ genoemd. En ik bedacht dat ik niet alleen hun dochter ben, maar ook altijd kind van God zal zijn.
De boodschapper
‘Ik heb een boodschap voor u.’ Een medewerkerster van de conferentie die ik bijwoonde gaf me een papiertje, en ik vroeg me af wat erin kon staan. Het bleek goed nieuws te zijn. ‘U hebt een neefje,’ las ik.
Een kerstbrief
Ik heb een vriend die elk jaar met Kerst een lange brief aan zijn vrouw schrijft, waarin hij op het afgelopen jaar terugblikt en zijn dromen voor de toekomst beschrijft. Elk jaar schrijft hij dat hij veel van haar houdt en waarom. Ook schrijft hij een brief aan elk van zijn dochters. Deze liefdevolle woorden zijn ieder jaar weer een onvergetelijk kerstcadeau.
Verborgen dienstbetoon
Ik zat met een groot academisch project in mijn maag en vreesde dat ik het niet voor de deadline kon afronden. Toen ik daar middenin zat, kreeg ik van drie verschillende vriendinnen een bemoedigend briefje. Een van hen schreef: ‘Toen ik vandaag aan het bidden was, bracht God me jou in gedachten.’ Ik voelde me vereerd en bemoedigd omdat deze vrienden contact met me zochten terwijl ze niet eens wisten waar ik op dat moment doorheen ging. Ik geloof vast en zeker dat God hen gebruikte als zijn boodschappers en me zo liet merken hoezeer Hij van me hield.