Per direct
Toen mijn oudste zus in februari 2017 een biopsie onderging en ze aan kanker bleek te lijden, zei ik tegen een paar vrienden van me: ‘Ik wil zo veel mogelijk tijd met Carolyn doorbrengen nu het nog kan. En dat per direct.’ Sommigen reageerden met de opmerking dat het mijn gevoel was dat dit zei, en dat ik overreageerde. Maar binnen tien maanden was ze er niet meer. En ik had haar inderdaad vaak opgezocht, maar als je van iemand houdt, dan is er nooit tijd genoeg en kun je nooit te veel bij iemand zijn.
Je kunt je ontspannen
Darnell stapte de praktijk van de fysiotherapeut binnen in de wetenschap dat hij veel pijn te verduren zou krijgen. De therapeute strekte en boog zijn arm en hield hem in posities waarin hij al maanden niet was geweest, niet sinds de dag waarop hij gewond raakte. Ze hield de arm een paar seconden in de ene ongemakkelijke positie, waarna ze zei: ‘Oké, je kunt je nu ontspannen.’ Later zei hij: ‘Ik geloof dat ik dat minstens vijftig keer per sessie gehoord heb: “Oké, je kunt je nu ontspannen.”’
Het enige wat ik kan zien
Krista stond op een ijskoude dag midden in de winter aan de rand van een meer, en keek naar de schitterende vuurtoren die volledig onder de sneeuw zat. Ze pakt haar telefoon om wat foto’s te maken, maar haar bril besloeg helemaal. Hoewel ze vrijwel niets zag, richtte ze haar camera op de vuurtoren en maakte vanuit verschillende hoeken een foto. Toen ze deze later terugzag, merkte ze dat de camera zo stond dat ze alleen maar selfies had gemaakt. Ze moest er zelf om lachen. ‘Ik was alleen maar op mezelf gefocust. Het enige wat ik zag, was mijzelf.’ Door Krista’s foto’s moest ik aan een soortgelijke fout denken, die we allemaal wel maken: je kunt zo op jezelf gefocust zijn, dat je het grotere plaatje van Gods plan uit het zicht verliest.
Wat voor Redder is Hij?
Vorig jaar bad ik met een groepje vriendinnen voor de genezing van drie vrouwen die aan kanker leden. We wisten dat God de macht heeft om te genezen, en elke dag vroegen we Hem om dat te doen. We hadden al vaker gezien wat Hij kan en geloofden dat Hij het weer kon. Alle drie kenden ze dagen waarop genezing een reële optie leek, en we verheugden ons. Maar in de herfst overleden ze alle drie. Volgens sommigen was dat de ‘ultieme genezing’, en in zekere zin is dat ook zo. Toch hadden we er veel verdriet van. We wilden zo graag dat God hen in dit leven zou genezen. Maar om ons onbekende redenen bleef een wonder uit.
Waar je hoop kunt vinden
Elizabeth had lang nodig gehad om van haar drugsverslaving af te komen, en toen ze eenmaal zover was, wilde ze graag anderen helpen die in hetzelfde schuitje zaten. Ze begon anonieme briefjes te schrijven die ze overal in de stad ophing. Ze stopte ze bij auto’s onder de ruitenwissers en plakte ze aan lantaarnpalen in de parken. Vroeger was ze wanhopig op zoek naar hoopvolle signalen; nu hoopt ze dat anderen die vinden als ze haar briefjes lezen. Een ervan sloot ze af met de woorden: ‘Veel liefde. Hoop doorgegeven.’
Door het kruis
Mijn collega Tom heeft een glazen kruis op zijn bureau staan van twintig bij dertig centimeter groot. Hij heeft het gekregen van zijn vriend Phil, die net als hij van kanker genezen is. Phil gaf het aan hem om hem ermee te helpen ‘alles door het kruis te zien’. Dat glazen kruis herinnert hem er voortdurend aan dat God van hem houdt en het beste met hem voorheeft.
Neem de tijd
Rima is een Syrische vrouw die kort geleden naar de Verenigde Staten is gekomen. Met veel handgebaren en in gebrekkig Engels probeerde ze haar mentor uit te leggen waarom ze van streek was. De tranen biggelden over haar wangen, terwijl ze een prachtig opgemaakte schaal met fatayer (hartige taartjes met vlees, kaas en spinazie) liet zien, die ze gemaakt had. Toen zei ze: ‘Eén man.’ Met een sissend geluid wees ze naar de deur van de woonkamer, en daarna weer terug naar de buitendeur. Stukje bij beetje begon de mentor te begrijpen dat een aantal leden van een kerk in de buurt Rima en haar gezin zouden komen opzoeken om elk wat spullen te brengen. Maar slechts één man was komen opdagen. Hij was snel naar binnen gelopen, had een doos met spullen neergezet en was weer weggegaan. Hij was druk met iets, terwijl Rima’s gezin zich alleen voelde en graag meer contact wilde hebben. Ze wilden niets liever dan hun fatayer delen met hun nieuwe vrienden.
Gefluisterde woordjes
De jongeman was duidelijk zenuwachtig toen hij in zijn vliegtuigstoel plaatsnam. Zijn blik schoot heen en weer naar de raampjes van het toestel. Toen sloot hij zijn ogen en ademde diep in om zichzelf te kalmeren. Niet dat het werkte, overigens. Toen het vliegtuig over de landingsbaan reed en begon op te stijgen, zat hij zachtjes heen weer te schommelen. Een oudere dame aan de andere kant van het gangpad zag het en legde haar hand op de zijne. Zachtjes begon ze met hem te praten om hem af te leiden. ‘Hoe heet je?’ ‘Waar kom je vandaan?’ ‘Het komt wel goed’, en ‘je doet het prima’, dat was het soort dingen dat ze tegen hem fluisterde. Ze had geïrriteerd op hem kunnen reageren, of hem kunnen negeren. Maar ze koos voor een zachte aanraking en een paar geruststellende woorden. Kleine dingen. Toen ze drie uur later geland waren, bedankte hij haar uit het diepst van zijn hart.
Het is de houding die telt
Uitgeput en ontmoedigd reed Regina van haar werk naar huis. De dag was al begonnen met een tragisch berichtje van een vriendin. Het was er niet beter op geworden toen ze een werkbespreking had en geen van haar collega’s haar ideeën had willen overnemen. In de auto sprak Regina met de Heer, en bedacht ze dat ze het best alle stress van die dag opzij kon zetten en een verrassingsbezoekje aan een oudere vriendin brengen, die in een verzorgingshuis woonde. Op weg daarheen kocht ze nog een bloemetje. Ze voelde zich een stuk beter toen Maria haar vertelde hoe goed de Heer voor haar was: ‘Ik heb mijn eigen bed en stoel, krijg drie keer per dag te eten en de verpleegsters helpen me met alles. En af en toe stuurt God een kardinaalvogel die voor mijn raam komt zitten, gewoon omdat Hij weet hoeveel ik van die beestjes houd, en omdat Hij van mij houdt.’
Van wormen tot oorlog
Het was de eerste keer dat Cleo van tien ging vissen. Toen hij naar het bakje met het aas keek, leek hij te aarzelen. Ten slotte zei hij tegen mijn man: ‘Help me, I-B-B-W.’ Mijn man vroeg wat eraan scheelde, en Cleo zei: ‘I-B-B-W! Ik ben bang voor wormen.’ Door zijn angst kon hij niet aan de slag.
God doet iets nieuws
‘Doet God op dit moment ook iets nieuws in je leven?’ vroeg de gespreksleider van een groep waarvan ik laatst een bijeenkomst meemaakte. Mijn vriendin Mindy maakt in verschillende opzichten een moeilijke tijd door, en reageerde op de vraag. Ze vertelde dat ze geduld nodig had met haar bejaarde ouders, moed voor de gezondheidsproblemen van haar man en begrip voor degenen van haar kinderen en kleinkinderen die nog niet voor Jezus gekozen hadden. Vervolgens zei ze iets dat misschien haaks staat op hoe we doorgaans denken, maar wat wel van een bijzonder inzicht blijk gaf: ‘Het nieuwe dat God in mijn leven doet, is denk ik dat Hij mijn vermogen vergroot om lief te hebben én het aantal kansen om dat te laten zien.’
Heerlijk gezelschap
De bejaarde vrouw in het verzorgingshuis sprak met niemand en vroeg nergens om. Ze zat alleen maar op haar oude stoel te schommelen, zo leek het. Ze kreeg weinig bezoek, en daarom ging een zekere jonge verpleegster vaak naar haar toe als ze pauze had. Zonder iets te zeggen of te vragen pakte ze gewoon een andere schommelstoel en ging bij haar zitten. Toen dit verschillende maanden zo was doorgegaan, zei de bejaarde vrouw opeens tegen haar: ‘Dank je wel, dat je samen met mij geschommeld hebt.’ Ze was gewoon dankbaar voor het gezelschap.