Kijk naar de wolken
Jaren geleden lag ik eens samen met mijn jongens op de rug in onze tuin, en keken we naar de wolken die overdreven. ‘Pap,’ vroeg een van hen, ‘hoe kan het dat wolken blijven zweven?’ ‘Nou, jongen,’ begon ik met de bedoeling hem van mijn enorme kennis te laten profiteren. Maar toen was ik stil. ‘Ik weet het niet,’ moest ik toegeven. ‘Maar ik ga het voor je uitzoeken.’
Een vriend zijn
De dichter Samuel Foss schreef: ‘Laat mij aan de kant van de weg wonen en een vriend voor de mensen zijn’ (in ‘The House by the Side of the Road’). Dat wil ik ook zijn: een vriend voor de mensen. Ik wil langs de weg staan om vermoeide reizigers op te wachten. Om uit te zien naar mensen die door anderen gekwetst en bont en blauw geslagen zijn, die de last van een verwond en gedesillusioneerd hart met zich meedragen. Hen verfrissen en koesteren en met een bemoedigend woord weer op weg sturen. Misschien kan ik hun problemen niet oplossen, maar ik kan hun wel een zegen meegeven.
Voor altijd geliefd
Het is vrijwel onmogelijk om een dag door te komen zonder dat je op de een of andere manier afgesnauwd, genegeerd of op je plek gezet wordt. En soms doe je dat vooral jezelf aan.
Godliman Street
Samen met mijn vrouw Carolyn liep ik door Londen, toen we bij een straat kwamen die Godliman Street heette. Daar hoorden we van iemand dat daar eens een man leefde die zo vroom (‘godly’) was, dat de straat in de volksmond ‘that godly man’s street’ genoemd werd. Dit deed me aan een verhaal uit het Oude Testament denken.
Gegrinnik in het donker
In een artikel in de Washington Post getiteld ‘Tech Titans’ Latest Project: Defy Death’ schreef Ariana Cha over pogingen van technologiemagnaten als Peter Thilee om manieren te vinden om het leven van de mens tot in het oneindige op te rekken. Het is een project waarvan ze bereid zijn er miljarden in te stoppen.
Begin waar je bent
Vandaag liep ik langs een wei waarin één enkele bloem stond. Met zijn paarse kleur stond hij daar ‘zijn heerlijkheid in de woestijnlucht te verspillen’, om het met een regel uit een gedicht van Thomas Gray te zeggen. Ik weet zeker dat niemand die ene bloem eerder gezien had, en misschien zal hij ook nooit meer door iemand gezien worden. Waarom deze pracht precies op die plek? vroeg ik me af.
Donder en bliksem
Jaren geleden was ik met een vriend op een groep meren aan het vissen, toen het begon te regenen. We schuilden in een bosje met hoge espen aan de oever, maar de regen hield niet op. Daarom besloten we dat het mooi geweest was en renden we naar de auto. Ik had de deur net open gedaan toen de bliksem met een enorme vuurbal in het bosje espen insloeg. Bladeren en bast werd weggebrand en een aantal takken bleef rokend achter. En toen werd het doodstil.
Willekeurige daden van barmhartigheid
Er wordt wel beweerd dat de Amerikaanse schrijfster Anne Herbert in 1982 op een placemat in een restaurant het volgende zinnetje geschreven heeft: ‘Pleeg willekeurige daden van barmhartigheid en dwaze daden van schoonheid.’ Hoe dat zij, in ieder geval is het een gedachte die in film en literatuur gepopulariseerd is en in Amerika een soort vaste uitdrukking geworden is.