Alles wat nieuw is
Autosloperijen fascineren me. Ik knutsel graag aan auto’s, en geregeld bezoek ik een sloperij bij ons in de buurt. Het is een eenzame plek waar de wind fluit tussen de afgeschreven karkassen die ooit iemands dierbare karretje waren. Sommige zijn in elkaar gereden, andere versleten en weer andere werden gewoon te oud. Als ik tussen de rijen doorloop, valt mijn oog soms op een bepaald exemplaar en vraag ik me af wat hij ‘tijdens zijn leven’ allemaal heeft meegemaakt. Het is als een deur naar het verleden. Elk wrak heeft zijn eigen verhaal van menselijk verlangen naar het laatste model en het onverbiddelijke voortschrijden van de tijd.
Heer van het moment
Laatst werkte ik aan een bouwproject in het huis van onze zoon, die op zo’n drie uur rijden van ons woont. Het duurde veel langer dan verwacht en elke ochtend bad ik de Heer of het die dag klaar mocht komen. Maar elke avond bleek er nog meer te doen te zijn.
Wie zit er achter het stuur?
Mijn buurman Tim heeft een figuurtje op zijn dashboard staan, een ‘monster’ gebaseerd op het bekende kinderboek Max en de maximonsters van Maurice Sendak.
Uw wil, niet de mijne
Kamil en Joëlle waren er kapot van toen bij hun achtjarige dochter Rima een zeldzame vorm van leukemie vastgesteld werd. Door de ziekte kreeg ze meningitis en een beroerte, waardoor Rima in een coma raakte. De artsen en verpleegkundigen in het ziekenhuis raadden haar ouders aan om zich op Rima’s begrafenis voor te bereiden. Ze had minder dan één procent kans om dit te overleven, gaven ze aan.
Eerst vertrouwen
‘Niet loslaten, papa!’
Erfenis van liefde
Ik bladerde wat door het oude bijbeltje van mijn overgrootmoeder, toen er opeens een iets uitviel. Het bleek een schat te zijn. Op een klein stukje papier stond in een kinderlijk handschrift dit gekrabbeld: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden’ (Mat 5:3-4). Ernaast zag ik de handtekening van mijn moeder.
Onveranderlijke liefde
Toen ik op de middelbare school zat, tenniste ik in het schoolteam. Ik bracht heel wat uurtjes van mijn tienerjaren door op een paar betonnen tennisbanen in de buurt om zo goed mogelijk te worden.
Leren vertrouwen
Als tiener ging ik nog wel eens tegen mijn moeder in, als zij me wilde aanmoedigen om het geloof vast te houden. ‘Vertrouw altijd op God. Hij zorgt voor je’, zei ze vaak. ‘Zo simpel is dat niet, mam’, reageerde ik dan. ‘God helpt hen die zichzelf helpen!’
Een gebed dat ons de weg naar huis wijst
Een van de eerste gebedjes die ik als kind leerde was: ‘Ik ga slapen ik ben moe, sluit mijn beide oogjes toe. Here houd ook deze nacht, over mij getrouw de wacht.’ Een gebed dat ik van mijn ouders geleerd heb en ook weer aan mijn eigen kinderen doorgegeven heb toen zij klein waren. Als kind troostte het mij om te weten dat God over mij waakte en dat ik bij Hem veilig was.
Het geschenk van de tijd
Gehaast liep ik het postkantoor binnen. Ik moest nog van alles doen, maar tot mijn frustratie stond er lange rij voor het loket, helemaal vanaf de ingang om precies te zijn. ‘Haast je langzaam’, mompelde ik terwijl ik mijn horloge keek.
Schuilplaats tegen de storm
Toen ik in Oklahoma woonde had ik een vriend die op tornado’s ‘joeg’. Door radiocontact met andere stormenjagers en door de plaatselijke radar volgde John precies hoe de stormen zich voortbewogen. Op veilige afstand probeerde hij het verwoestende pad van de storm waar te nemen, zodat hij de mensen kon waarschuwen als de tornado plotseling van richting veranderde.
Afhankelijkheidsverklaring
Laura’s moeder vocht met de kanker. Op een ochtend was Laura samen met een vriendin voor haar aan het bidden. Haar vriendin, die een aantal jaren geleden verlamd was geraakt door een hersenaandoening, bad: ‘Heer, U doet alles voor mij. Doe dat alstublieft ook voor de moeder van Laura.’