Een echte schuilplaats
In maart 2014 brak er in het gebied waar ik vandaan kom een conflict uit tussen twee stammen. Daardoor zag mijn vader met zijn hele huishouden en vele andere vluchtelingen, zich genoodzaakt om in de provinciehoofdstad een veilig heenkomen te zoeken. De hele geschiedenis door is het een bekend verschijnsel dat mensen zich in hun eigen land onveilig voelden en naar een andere plek trokken om hun toekomst veilig te stellen.
Tekenen van vriendschap
Toen ik in opgroeide in Ghana, vond ik het als kleine jongen geweldig om mijn vaders hand vast te houden, en samen met hem op drukke plekken rond te lopen. Hij was zowel mijn vader als mijn vriend, want in mijn cultuur is het vasthouden van elkaars hand een teken van echte vriendschap. Als we zo samen liepen, praatten we over allerlei onderwerpen met elkaar. Als ik me wel eens eenzaam voelde, troostte mijn vader me, alleen al door er gewoon te zijn. Ik was zeer gehecht aan zijn aanwezigheid.
Wandelen in het licht
De duisternis viel over ons dorpje in het bos toen de maan verdween. De bliksem flitste aan de hemel, gevolgd door een enorme onweersbui. Ik was klaarwakker en erg bang. Als kind beeldde ik me in dat allerlei griezelige monsters op me in wilden hakken. Maar de zon kwam op en het lawaai verdween. De rust keerde weer terwijl de vogels in het zonlicht hun jubellied lieten horen. Het contrast tussen de beangstigende duisternis van de nacht en de vreugde van de dag, kon niet scherper zijn.
Spiegels en luisteraars
Toen ik mijn hotel in Kampala in Oeganda uitstapte, keek mijn gastvrouw (die me kwam oppikken voor ons seminar) me met een geamuseerde grijns aan. ‘Wat is er zo grappig?’, vroeg ik haar. Ze lachte en zei: ‘Heb je vanochtend je haar gekamd?’ Nu moest ik ook lachen. Ik was inderdaad vergeten mijn haar te kammen. Ik keek in de grote spiegel die in de hal van het hotel hing. Hoe was het mogelijk dat ik dit niet eerder gezien had?
Eenzame Kerst
De meest eenzame Kerst die ik ooit beleefd heb, was in de hut van mijn grootvader in Sakogu, in het noorden van Ghana. Ik was nog maar vijftien, en mijn ouders en broertjes en zusjes bevonden zich zo’n duizend kilometer verderop. De jaren ervoor was ik met Kerst altijd bij hen en bij mijn vrienden in het dorp. Daar werd het Kerstfeest elk jaar groots gevierd. Maar waar ik ditmaal was, was het rustig en eenzaam. Op kerstochtend lag ik in alle vroegte op mijn matje op de grond en moest ik aan een Ghanees liedje denken: Het jaar is voorbij, Kerst is gekomen; de Zoon van God is geboren, vrede en vreugde voor iedereen. Treurend zong ik het steeds weer.
Zijn aanwezigheid
Een bezorgde vader zat met zijn tienerzoon tegenover een paragnost. ‘Hoe ver moet je zoon reizen?’, vroeg de laatste. ‘Naar de grote stad,’ antwoordde de man. ‘En hij zal geruime tijd weg blijven.’ De paragnost gaf de vader een talisman en zei: ‘Dit zal hem beschermen overal waar hij gaat.’
Veel meer dan woorden alleen
Tijdens een inwijdingsceremonie waarbij de bijbelvertaling in een plaatselijke Afrikaanse taal gepresenteerd werd, kreeg het hoofd van het gebied een eigen exemplaar aangeboden. Hij was er erg blij mee, en hield de bijbel hoog in de lucht, waarbij hij uitriep: ‘Nu weten we dat God onze taal verstaat! We kunnen de Bijbel in onze eigen moedertaal lezen.’
Bruggen bouwen
In onze buurt worden alle huizen door grote betonnen muren omgeven. Op veel van die muren is prikkeldraad bevestigd dat onder stroom staat. Dat doet men om dieven buiten te houden.
Hij kent ons
Wist God hoe het met me was toen ik die nacht met de auto naar mijn dorp reed, 200 kilometer verderop? Gezien mijn toestand op dat moment lag het antwoord niet zomaar voor de hand. Ik had hoge koorts en een enorme hoofdpijn. Ik bad: ‘Heer, ik weet dat u bij me bent, maar ik heb zo veel pijn!’
Vrij
Toen ik als jongen in een dorp woonde, was er iets aan kippen dat me fascineerde. Telkens als ik er één ving, hield ik haar een paar seconden tegen de grond gedrukt, waarna ik haar voorzichtig weer los liet. Maar het beest dacht dat ik haar nog steeds vasthield, en bleef zitten. Ze was vrij om weg te rennen, maar voelde zich nog steeds gevangen.
Gods goedheid loven
Iemand in onze bijbelstudiegroep kreeg een idee: ‘Laten we allemaal onze eigen psalm schrijven.’ Tegen deze gedachte kwamen eerst wat protesten. Sommigen vonden dat ze niet de flair hadden om zelf te schrijven. Maar na enig aandringen schreven we allemaal een ontroerend poëtisch lied waarin we vertelden wat God zoal in ons leven gedaan had. Uit beproevingen, bescherming, voorzienigheid en zelfs pijn en tranen kwamen indrukwekkende boodschappen voort, waardoor onze psalmen bijzonder boeiend waren. Net als je in Psalm 136 leest, liet elke psalm iets doorschemeren van het feit dat Gods trouw eeuwig duurt.
Kracht in lijden
Toen Sammy van achttien Jezus als Redder aannam, wees zijn familie hem af omdat ze een andere geloofstraditie aanhingen. Maar de christelijke gemeenschap heette hem welkom, bemoedigde hem en gaf hem de nodige middelen om zijn opleiding af te maken. Toen zijn getuigenis later in een tijdschrift verscheen, werd de vervolging geïntensiveerd.