Auteurs

View All

Artikelen door Randy Kilgore

De smid en de koning

In 1878 kwam de Schot Alexander Mackay als zendeling aan in wat tegenwoordig Oeganda heet. Het eerste wat hij daar deed, was een smidse beginnen onder een stam die door koning Mutase geregeerd werd. De dorpelingen verzamelden zich om naar die vreemdeling te kijken. Daar verbaasden ze zich over want iedereen ‘wist’ toch dat zoiets vrouwenwerk was? In die tijd was er geen man in Oeganda die met zijn handen werkte. Ze vielen andere dorpen aan om slaven gevangen te nemen, die ze weer aan anderen doorverkochten. Maar hier was die vreemde man die allerlei gereedschap maakte om het land mee te bewerken.

Zeer geliefd

Jaren geleden werkte ik in Boston in een kantoor dat uitkeek over de Granary Burying Ground, waar vele prominente Amerikaanse historische figuren begraven liggen. Je vindt daar de grafstenen van John Hancock en Samuel Adams, twee van de ondertekenaars van de Onafhankelijkheidsverklaring, en nog geen meter verderop staat de steen van Paul Revere, een andere held uit de onafhankelijkheidsoorlog.

Hoe gemakkelijk het is om ondankbaar te zijn

Zwip, zwap. Zwip, zwap.

Geen gevangene meer

Een man van middelbare leeftijd kwam naar me toe. Ik had zojuist een workshop gegeven bij het bedrijf waar hij werkte, en hij had een vraag voor me: ‘Ik ben al bijna mijn hele leven christen, maar ik stel mezelf voortdurend teleur. Hoe komt het toch dat ik altijd dingen lijk te doen die ik niet wil, en nooit de dingen doe waarvan ik weet dat ik ze moet doen? Zou God het niet een keer zat worden met mij?’ Twee andere mannen die naast me stonden wekten de indruk dat ze het antwoord op die vraag ook graag zouden horen.

Het geheim van ‘geen geheimen’

Een collega van me gaf toe dat hij weinig met Jezus had. Hij vertelde me over zijn ‘comfortabele, narcistische leventje’, zoals hij het noemde, en hoe hem dat nauwelijks voldoening gaf. ‘Maar het probleem is dit: ik heb wel geprobeerd om een beter mens te zijn, zelfs om anderen te geven, maar het werkt gewoon niet. Het lijkt erop dat ik alles niet kan doen wat ik graag wil, en de dingen blijf doen waar ik juist graag mee wil kappen.’

Hoopvol vertrouwen

In 1940 werkte William Wallace als zendingsarts en chirurg in Wuzhou in China, toen de Japanners het land binnenvielen. Op dat moment had Wallace de leiding over het Stout Memorial Hospital, en hij gaf opdracht om zijn apparatuur op platte boten te laden zodat het ongehinderd door soldaten als een drijvende operatiekamer kon dienen.

De weg naar huis terug vinden

Soms is de levensreis zo zwaar dat je het gevoel hebt dat je niet meer verder kunt, en dat er geen enkel lichtje aan het eind van de tunnel te zien is. Toen we eens in ons gezin zo’n periode meemaakten, kwam mijn vrouw op een ochtend naar beneden met een nieuwe gedachte die ze in haar stille tijd gekregen had: ‘Ik geloof dat God wil dat we wanneer het weer licht is niet vergeten wat we in deze duistere periode leren.’

Onbaatzuchtige dienstbaarheid

Een kleine verzameling mensen stond bij elkaar en verdween bijna in het niet vergeleken bij de enorme boom die op het gras lag. Een oudere dame leunde op haar stok en vertelde hoe ze gezien had dat de storm van de avond ervoor ‘onze majestueuze oude iep’ omvergeblazen had. ‘Het ergste is nog,’ ging ze verder, haar stem krakend van de emotie, ‘dat hij ook onze mooie stenen muur verwoest heeft. Mijn man heeft die muur gebouwd toen we net getrouwd waren. Hij hield van die muur. Ik hield van die muur! En nu is hij weg, net als hij.’

Elke seconde telt

Toen ik Ada voor het eerst ontmoette had ze al haar leeftijdgenoten en familieleden overleefd, en woonde ze in een verzorgingstehuis. ‘Dat is het moeilijkst aan ouder worden,’ vertelde ze. ‘Dat je ziet dat iedereen weggaat, en jij alleen achterblijft.’ Op een dag vroeg ik haar wat ze zoal deed en wat haar bezighield. Als antwoord haalde ze een uitspraak van de apostel Paulus aan: ‘Want voor mij is leven Christus en sterven winst’ (Fil. 1:21). Ze ging verder: ‘Zolang ik er nog ben heb ik een taak. Als het een beetje gaat, praat ik met de mensen hier over Jezus. Als het wat minder gaat, kan ik altijd nog bidden.’

Onvoorziene wijsheid

Een paar jaar geleden hoorde ik een vrouw een verhaal vertellen over haar zoontje van nog geen tien jaar oud, die naar een nieuwsbericht over een geweldsincident op de tv zat te kijken. Uit instinct pakte ze de afstandsbediening en zapte naar een andere zender. ‘Daar hoef je niet naar te kijken,’ zei ze wat kortaf tegen hem. Er volgde een discussie, en aan het eind deelde ze hem mee dat hij beter zijn hoofd kon vullen met ‘alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is . . .’ (Fil. 4:8). Toen ze later na het eten met haar man naar het nieuws zat te kijken, stormde opeens hun dochter van vijf de kamer in en zette de tv uit. ‘Daar hoeven jullie niet naar te kijken,’ verklaarde ze met haar beste ‘mama’-stem. ‘Denk liever aan al die dingen uit de Bijbel!’

Onverwachte genade

Het was zaterdagochtend vroeg. Ik zat in mijn tweede jaar van de high school, en was op weg naar mijn baantje bij het plaatselijke bowlingcentrum. Ik had er echt weer zin in. De avond ervoor was ik tot laat gebleven om de modderige vloer te dweilen, omdat de conciërge zich plotseling ziek had gemeld. Ik had het niet nodig gevonden om mijn baas dat te vertellen, en wilde hem graag verrassen. Wat kon er tenslotte misgaan?, was mijn gedachte.

Een troostende hand

‘Patiënt is strijdlustig,’ stond er in het rapport van de verpleegkundige.

We gebruiken cookies voor een betere brows-ervaring. Door deze website te blijven gebruiken stemt u hiermee in. Hier vind u meer informatie over ons gebruik van cookies en hoe u ze kunt uitschakelen.