Waar kom je vandaan?
‘Waarom kom je vandaan?’ Die vraag stellen we vaak om iemand beter te leren kennen. Voor velen van ons is het antwoord daarop ingewikkeld. Soms wil je ook niet alle details zomaar vertellen.
Veracht om dit alles
Susannah Cibber was een beroemde zangeres in de achttiende eeuw. Ze was echter al even bekend vanwege haar vele huwelijksschandalen. Toen Händels Messiah in april 1742 voor het eerst in Dublin zou worden uitgevoerd, keurden veel mensen in het publiek dan ook af dat zij een belangrijke solo-rol had.
Brieven naar huis
Ver van huis in een trainingskamp gebruikten Amerikaanse rekruten in de Tweede Wereldoorlog humor en correspondentie om door de zware momenten heen te komen. Een zekere jongeman beschreef in een brief aan thuis de inentingen die ze kregen als volgt: ‘Twee medische officieren joegen ons met harpoenen op. Ze grepen ons vast en zetten ons vast op de vloer, waarna ze er in elke arm één staken.’
Bloeien op de juiste plek
‘Onkruid is elke plant die ergens groeit waar jij hem niet wilt hebben’, zie mijn vader toen hij me de schoffel overhandigde. Ik wilde de maiskolf die zich tussen de boontjes had genesteld laten staan. Maar mijn vader, die op een boerderij opgegroeid was, zei dat ik hem eruit moest halen. Die eenzame maisplant zou de boontjes alleen maar verstikken en hun voedingsstoffen inpikken.
Breuklijnen
Een instroom van vluchtelingen in onze gemeenschap heeft ertoe geleid dat veel kerken in de omgeving flink gegroeid zijn. Deze groei brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Gemeenteleden moeten leren hoe ze deze nieuwkomers het gevoel kunnen geven dat ze welkom zijn, terwijl ze zich moeten aanpassen aan een vreemde cultuur, een nieuwe taal en andere stijl van kerk-zijn dan ze gewend waren. Dit alles kan tot lastige situaties leiden.
Wat zeggen de mensen die het kunnen weten?
Columnist Jeff Jacoby van de Boston Globe schreef eens over het ‘griezelige vermogen van deskundigen om er hopeloos en rampzalig naast te zitten’. Uit een snelle blik over de afgelopen eeuw blijkt wel hoezeer hij gelijk had. De grote uitvinder Thomas Edison verklaarde bijvoorbeeld eens dat sprekende films nooit de plek van stomme films zouden innemen. In 1928 deed Henry Ford de uitspraak: ‘De mensen worden veel te intelligent om nog oorlog te voeren.’ En nog talloze andere ‘voorspellingen’ van ‘deskundigen’ bleken de plank volledig mis te slaan. Ook een genie kent zo zijn grenzen, kennelijk.
Een wonderbaarlijke visvangst
Toen Andrew Cheatle op het strand zijn mobieltje kwijtgeraakt was, dacht hij dat hij hem nooit meer terug zou zien. Ongeveer een week later werd hij echter gebeld door een visser genaamd Glen Kerley. Hij had Cheatles telefoon uit een kabeljauw van vijfentwintig pond gevist. Toen hij weer opgedroogd was, werkte hij ook nog!
Thuiskomen om Kerst te vieren
Ooit maakte ik (vanwege mijn werk) Kerst mee op een plek die de meeste van mijn vrienden op een kaart niet zouden kunnen aanwijzen. Terwijl ik van mijn werkplek terugliep naar mijn kamer, zette ik me schrap tegen de koude wind die vanaf de sombere Zwarte Zee waaide. Wat miste ik thuis.
Een krachtige baby
Toen ik hem voor het eerst zag, moest ik huilen. Hij zag eruit als een perfecte pasgeboren baby die vredig in zijn wiegje lag te slapen. Maar we wisten dat hij nooit meer wakker zou worden. Tenminste, niet voor Hij in Jezus’ veilige armen was.
Broers
Tussen mijn broer en mij zit minder dan een jaar leeftijdsverschil. Toen we samen opgroeiden ging dat vaak in een ‘competitieve’ sfeer (lees: we vochten heel wat af). Mijn vader begreep dat wel, hij had zelf ook broers. Mijn moeder had het er moeilijker mee.
Geboren uit een crisis
Marc herinnert zich nog goed een moment uit zijn jeugd waarop zijn vader het hele gezin bij elkaar riep. Hun auto was stuk en tegen het eind van de maand zou het geld op zijn. Even bleef Marcs vader stil, en toen bad hij. Daarna vroeg hij aan het gezin om vol verwachting naar de verhoring door God uit te kijken.
De slang en de driewieler
Jarenlang heb ik een verhaaltje verteld over de tijd in Ghana toen mijn broer en ik nog kleuter waren. In mijn herinnering had hij onze oude driewieler bovenop een kleine cobra geparkeerd. Het fietsje was te zwaar voor de slang, die onder het voorwiel vast bleef zitten.