Categorie  |  Ons Dagelijks Brood

Wegzakken in genade

Op 8 januari 1964 overkwam de zeventienjarige Randy Gardner iets wat hij in elf dagen en vijfentwintig minuten niet gedaan had: knikkebollend zakte hij weg in een diepe slaap. Hij wilde in het Guinness Book of World Records komen als de mens die het langst wakker was gebleven. Door veel frisdrank te drinken en tijd op het basketbalveld en de bowlingbaan door te brengen, was Gardner erin geslaagd de slaap anderhalve week lang van zich af te houden. Voordat hij uiteindelijk instortte, was zijn tastzin, reuk en gehoor naar de knoppen. Tientallen jaren later leed hij nog steeds aan een zware slaapstoornis. Hij had zijn record binnen, maar had ook het voor de hand liggende bevestigd: slaap is essentieel.

Uit z’n context

Terwijl ik aanschoof in de rij om het vliegtuig in te stappen, voelde ik hoe iemand me op de schouder tikte. Ik draaide me om en werd warm begroet. ‘Elisa! Ken je me nog? Ik ben Joan!’ In gedachten liep ik verschillende ‘Joans’ langs die ik kende, maar ik kon haar niet plaatsen. Was ze een oude buurvrouw? Een vroegere collega misschien? Ai, ik wist het echt niet.

De strijd

De granaten van de vijandelijke artillerie vielen met zware klappen om hem heen, terwijl de jonge soldaat vurig bad: ‘Heer, als U me hierdoorheen helpt, dan ga ik naar de bijbelschool waarvan mijn moeder zo graag wil dat ik erheen ga.’ God verhoorde dit zeer gerichte gebed. Mijn vader overleefde de Tweede Wereldoorlog, ging studeren aan het Moody Bible Institute en werkte zijn hele leven voor de Heer.

Gezien door God

Toen ik mijn eerste bril kreeg, ging er een heel scherp omlijnde wereld voor me open. Ik ben bijziend, dus dingen die dichtbij zijn zie ik scherp en duidelijk. Maar als ik geen bril draag, zijn de voorwerpen aan de andere kant van de kamer of in de verte één grote vlek. Op mijn twaalfde kreeg ik voor het eerst een bril, en ik schrok er gewoon van hoe duidelijk de woorden op het schoolbord opeens waren, de blaadjes aan de bomen die ik zag en vooral: de glimlach op de gezichten van de mensen om me heen.

Eer geven

Aan het begin van de jaren zestig werd een ongebruikelijke soort schilderijen populair, waarop personen of dieren stonden die enorme, trieste ogen hadden. Sommigen vonden deze stijl ‘kitscherig’ of smakeloos, anderen vonden het prachtig. Toen de man van de kunstenares de schilderijen van zijn vrouw begon te verkopen, werden ze er behoorlijk rijk van. Toch zag je de handtekening van de kunstenares, Margaret Keane, nooit op haar werk. In plaats daarvan presenteerde haar man de schilderijen alsof hij ze gemaakt had. Angstvallig bleef Margaret Keane meer dan twintig jaar lang zwijgen over de fraude, dat wil zeggen tot ze ging scheiden. De rechtbank droeg hen zelfs beiden op een schilderij te maken om te kunnen bepalen wie de echte kunstenaar was.

Leven met het licht aan

Voor een werkopdracht was ik met een collega bijna vierhonderd kilometer van huis, en het was al laat toen we aan de terugreis begonnen. Nu ik ouder wordt en mijn ogen wat minder zijn, vind ik in het donker rijden minder prettig. Toch bood ik aan om als eerste een stuk te rijden. Ik pakte het stuur beet en staarde intensief naar de slecht verlichte wegen. Onder het rijden merkte ik dat ik beter kon zien wanneer een andere auto achter me reed en de weg vóór mij verlichtte. Ik was blij toen mijn collega na een tijd het stuur overnam. En dat was het moment waarop hij erachter kwam dat ik de hele tijd alleen met mistlampen aan gereden had.

Je ware ik ontdekken

Wie ben ik? Dat is wat een oude, verkleurde knuffel zich afvraagt in het kinderboek Nothing van Mick Inkpen. Hij is achtergelaten in een stoffig hoekje van de zolder, waar hij hoort dat verhuizers hem ‘niets’ noemen. Daarna denkt hij dat dat zijn naam is: Niets.

Liefde en vrede

Ik verbaas me er altijd over dat de vrede van God, die niet te bevatten zo groot is (Fil. 4:7), zelfs in de verdrietigste omstandigheden je hart kan vervullen. Laatst maakte ik dit weer mee bij de herdenkingsdienst na het overlijden van mijn vader. Een lange rij meelevende kennissen liep langs om ons te condoleren, en ik was blij toen ik een goede vriendin van de middelbare school in de rij zag staan. Zonder een woord gaf ze me een stevige omhelzing. Door haar stilzwijgende begrip voelde ik die dag voor het eerst hoe er een zekere vrede door me heen stroomde. Een geweldige herinnering aan het feit dat ik niet zo alleen was als ik me voelde.

Goede dagen voorbereid

Toen mijn vrouw en ik ergens in het buitenland op straat door een fors gebouwde vreemde benaderd werden, voelden we ons niet op ons gemak. De vakantie was al een grote ramp. Verschillende keren waren we bedrogen en afgeperst, en was er naar ons geschreeuwd. Wat zouden we nu weer over ons heen krijgen? Maar tot onze grote verrassing wilde de man ons gewoon laten zien waar we het mooiste uitzicht over de stad hadden. Hij gaf ons een chocoladereep, glimlachte en vertrok weer. Dit kleine gebaar maakte de hele dag weer goed en betekende de redding van onze vakantie. We waren erg dankbaar voor de opkikker: we bedankten zowel de man als God.

Liefde verandert je

Voordat ik Jezus leerde kennen, was ik zo diep gekwetst dat ik elke diepgaande relatie vermeed. Zo bang was ik om opnieuw gekwetst te worden. Tot mijn huwelijk met Alan bleef mijn moeder mijn beste vriendin. Zeven jaar later stond ik op het punt om te scheiden, toen ik met onze kleuter Xavier bij een kerkdienst naar binnen liep. Ik ging dicht bij de uitgang zitten, bang om wie dan ook te vertrouwen, maar wanhopig op zoek naar hulp.

Verhuizing van het hart

Volgens het US Census Bureau (dat onderzoek doet naar allerlei bevolkingszaken in de VS en verantwoordelijk is voor de volkstelling) verhuizen de Amerikanen gemiddeld zo’n elf à twaalf keer in hun leven. In een recent jaar pakten 28 miljoen mensen hun koffers om op een andere plek neer te strijken.

Het enige wat ik kan zien

Krista stond op een ijskoude dag midden in de winter aan de rand van een meer, en keek naar de schitterende vuurtoren die volledig onder de sneeuw zat. Ze pakt haar telefoon om wat foto’s te maken, maar haar bril besloeg helemaal. Hoewel ze vrijwel niets zag, richtte ze haar camera op de vuurtoren en maakte vanuit verschillende hoeken een foto. Toen ze deze later terugzag, merkte ze dat de camera zo stond dat ze alleen maar selfies had gemaakt. Ze moest er zelf om lachen. ‘Ik was alleen maar op mezelf gefocust. Het enige wat ik zag, was mijzelf.’ Door Krista’s foto’s moest ik aan een soortgelijke fout denken, die we allemaal wel maken: je kunt zo op jezelf gefocust zijn, dat je het grotere plaatje van Gods plan uit het zicht verliest.

We gebruiken cookies voor een betere brows-ervaring. Door deze website te blijven gebruiken stemt u hiermee in. Hier vind u meer informatie over ons gebruik van cookies en hoe u ze kunt uitschakelen.